Niet alleen studenten maar ook docenten volgen sessies in een virtueel klaslokaal

Zone-docentprofessionalisering

Carolien Kamphuis van de Radboud Universiteit

Interview docentprofessionalisering Carolien Kamphuis Radboud UniversiteitIn een indrukwekkend snel tempo vonden universiteiten en hogescholen hun weg in het organiseren van onderwijs op afstand. Maar hoe behoud je de kwaliteit van je onderwijs in de overstap naar online? Om dat doel te bereiken kregen docenten zelf les in een virtuele classroom, vertelt Carolien Kamphuis, onderwijskundige met expertise op het gebied van onderwijs en ICT. Zij werkt bij de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Noem het een geluk bij een ongeluk. Net voor de coronacrisis had de Radboud Universiteit het Radboud Teaching and Learning Centre opgericht (TLC), met onder meer onderwijskundigen en functioneel beheerders van onderwijssystemen. Nadat de universiteiten dichtgingen, ontpopte dat zich als crisiscentrum en als ‘eerste hulp’ voor docenten. Daarnaast werden ‘Tippers’ ingezet, vertelt Carolien. “Alle faculteiten hebben een Teaching Information Point. Zij zijn de eerste ondersteuners van de docenten. Samen met het TLC vormen zij een netwerk waarin alle kennis over het faciliteren van docenten wordt uitgewisseld.”

Onderwijs op afstand

“In de eerste twee weken waren we vooral bezig met de vraag: hoe zorg je ervoor dat alle docenten zo snel mogelijk online les kunnen geven? Hoe maak je hen wegwijs in de tools? En hoe zet je die tools op een goede manier in?” blikt Carolien terug. “Want na 4 uur achter elkaar online lesgeven krijg je alleen maar uitgeputte docenten en zwaar gedemotiveerde studenten.”

Opening Radboud Teaching and Learning Centre van Radboud Universiteit in Nijmegen in 2020
Opening TLC 30 januari 2020

Het TLC lanceerde een speciale website voor onderwijs op afstand. Met informatie over verschillende online werkvormen, studentbegeleiding, cursussen en informatie over feedback en toetsing. Verder werd de mogelijkheid voor online proctoring ingericht voor summatieve toetsen. Daarna volgde een verdiepingsslag, vertelt Carolien. “We gingen ons meer richten op het herontwerpen van het onderwijs, zodat het geschikt is voor online. Daarvoor verzorgden we verschillende sessies om docenten op weg te helpen. De universiteit had al Brightspace geïmplementeerd als nieuw elektronische leeromgeving. Daar konden we nu op terugvallen. Binnen Brightspace was de mogelijkheid voor een virtual classroom.”

Online docentprofessionalisering

Docenten konden voor professionaliseringsactiviteiten ín deze leeromgeving terecht. Daar kregen ze  online adviezen hoe online onderwijs vorm te geven. “In zo’n virtual classroom lieten we bijvoorbeeld zien wat je kunt doen om studenten meer te betrekken.” Want dat was volgens haar wel een nadeel van het digitale klaslokaal: de docent is zichtbaar in beeld, maar de studenten staan alleen als deelnemers in een lijst. “Dus je had als docent ook minder visuele feedback. Je ziet dan niet meer aan lichaamstaal of je studenten hebben begrepen wat jij uitlegt. Overigens is dat in de nieuwe Microsoft Teams waar we hopelijk binnenkort gebruik van gaan maken aangepast: daar zie je studenten of cursisten in de collegebank zitten.”

Digitaal vaardig

Niet alle docenten waren even digitaal vaardig. Razendsnel werden ondersteuners getraind in het assisteren van deze groep. “Als een docent bijvoorbeeld een poll wilde uitzetten, kon de ondersteuner dat voor hem doen. Een investering, omdat iemand de hele les aanwezig moest zijn. Maar het gaf docenten wel een belangrijke steun in de rug.”

Online werkvormen

In de tweede fase verschoof het accent naar het herontwerpen van onderwijs. “Mensen gingen nadenken over welke online werkvormen geschikt zijn passend bij de leerdoelen.”

Faculteiten en universiteiten hadden in deze periode veelvuldig onderling contact. Zij wisselden onderling e-learningmaterialen van verschillende vakken uit. Uitgeverijen in de medische sector stelden hun materialen gratis beschikbaar. “Mensen gingen samen op zoek naar wat er mogelijk was. Want het wiel opnieuw uitvinden kostte tijd. En die tijd was er niet.”Hoewel de werkdruk in deze periode onrealistisch hoog was, heeft deze tijd zoveel opgeleverd, constateert Carolien tevreden. “Er zijn zoveel mooie digitale leermaterialen ontwikkeld in deze periode. We hebben zoveel meters gemaakt op het gebied van digitaal leren en innoveren.”

Onderwijsinnovatie met ICT

En dan nu een volledige overstap naar online? Nee, zegt ze. “Er moet een goede mix blijven tussen digitaal leren en face to face leren. Ik hoop wel dat mensen het innoveren van onderwijs blijven omarmen.. Een leuke uitdaging om de huidige gedrevenheid van de docenten ten aanzien van onderwijsinnovatie met ICT vast te houden.”

Leerdoelen en tools

Stimuleringsbudgetten in de vorm van proeftuinen kunnen hieraan bijdragen, zodat de aandacht voor innovatie blijft. Ook het TLC kan voor de docenten een mooie rol gaan vervullen als kenniscentrum en community om ideeën uit te wisselen en te inspireren, vertelt ze. “Ik ben ontzettend trots op het feit dat de  samenwerking tussen de verschillende faculteiten en het TLC zo goed uitpakte. We zijn nu bijvoorbeeld ook bezig met een project om werkvormen aan tools te koppelen. Het kwam nogal eens voor dat er eerst vanuit de mogelijkheden van een tool wordt gedacht. Maar eigenlijk moet je eerst weten wat je leerdoelen zijn. En vervolgens kijk je naar passende werkvormen. De keuze voor de tools die deze werkvorm kunnen ondersteunen, is de laatste stap. Tools kunnen het onderwijs wel degelijk verrijken. Maar dan moet je wel weten wat je wilt bereiken.”

Interview: Hester Otter

Dit is deel 1 in een reeks van in totaal 7 interviews met deelnemers aan de zone Docentprofessionalisering. In de interviews delen zij praktijkervaring én inspiratie voor de ondersteuning van docenten bij onderwijsinnovatie met ICT.

Deel deze pagina

Uitgelicht

De volgende projecten, publicaties en producten vind je wellicht ook interessant.