Een nationale aanpak van digitale leermaterialen vraagt om tijd, continuïteit en prioriteit

Koersteam

De Unie van Utrecht. Zo luidt de werktitel van de Nationale Aanpak voor Digitale en Open Leermaterialen. Is je kennis van de vaderlandse geschiedenis een beetje roestig, dan volstaat het om te weten dat een aantal Nederlandse gewesten op 23 januari 1579 een overeenkomst tekende om hun krachten te bundelen en de Spanjaarden het land uit te jagen. Een historisch document was die eerste Unie van Utrecht. Dat zal voor de tweede niet minder gelden.

Er is meer mogelijk met digitale leermaterialen dan er nu gebeurt. Docenten maken hun eigen leermaterialen en onderwijsinstellingen kopen licenties voor het gebruik van digitale leermaterialen van uitgevers, maar op nationaal niveau vindt er nauwelijks regie plaats. Jammer, want het handige aan digitale materialen is dat je ze in principe kunt delen, aanpassen en hergebruiken, ongeacht of ze gekocht of zelfgemaakt zijn. Het Koersteam, dat bestaat uit 17 bestuurders van hogescholen en universiteiten, wil daarom toe naar een instellingsoverstijgend ecosysteem voor digitale leermaterialen in het hbo en wo.

Complex verhaal

Initiatieven om het delen en hergebruik van leermaterialen te bevorderen bestaan al jaren. Waarom zag het Koersteam juist nu een mogelijkheid voor een nationale aanpak? “Omdat de tijd er rijp voor is,” zegt Theo Bastiaens, rector magnificus van de Open Universiteit en aanvoerder van het Koersteam, samen met Elisabeth Minnemann (Haagse Hogeschool). “Zo langzamerhand moet het duizend-bloemen-bloeien-principe plaatsmaken voor een kansrijkere, duurzame inbedding. Daarom hebben wij Huib de Jong de opdracht gegeven om te bekijken of zoiets haalbaar is. Dat ligt niet alleen aan de docenten die welwillend met open leermaterialen aan de slag gaan, maar aan het hele stelsel: de instellingen, het ministerie, de kwaliteitstoetsing. Het is een complex verhaal. We zijn blij dat Huib deze taak op zich wil nemen.” (grinnikt)

Twee moonshots

De eerste stappen zijn gezet met een onderzoek naar de huidige stand van zaken door ResearchNed en een visiestuk (pdf) door de zone Naar digitale (open) leermaterialen. Nu is het aan kwartiermaker Huib de Jong, voormalig bestuursvoorzitter van de UvA-HvA, om te onderzoeken of, en hoe, een ecosysteem voor leermaterialen mogelijk is. Van het Koersteam kreeg hij twee zogeheten ‘moonshots’ mee: een landelijk initiatief voor het ontwikkelen en (her)gebruiken van open leermaterialen en een landelijk afsprakenstelsel en gezamenlijke inkoop van copyright protected leermaterialen. Ga er maar aan staan. Niet geheel toevallig staat De Jong bekend als iemand die graag de verbinding zoekt en de dialoog tussen partijen opzoekt.

“Op dit moment worstelen alle kennisinstellingen met dezelfde problemen,” zegt hij. “Medewerkers van hogescholen en universiteiten streven naar kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Dat doen ze vanuit traditionele waarden. Ze willen inhoudelijke kwaliteit bieden, de toegankelijkheid van het onderwijs organiseren en een veilige leeromgeving bieden aan studenten. Met de komst van ict zijn die waarden niet langer vanzelfsprekend. Daarom moeten we in gesprek over oplossingsrichtingen. Doordat mensen het probleem breed herkennen, heb ik het idee dat er draagvlak is om onderlinge samenwerking te organiseren.”

Bastiaens: “Waarom zou je niet gezamenlijk een inspanning doen om de kwaliteit van het leermateriaal in het hoger onderwijs te garanderen? We kunnen efficiënter en effectiever werken door expertise, kennis en materialen te delen. Het idee bestond al vóór corona, maar inmiddels is de technologie is voortgeschreden, er zijn steeds meer leermaterialen beschikbaar en de kosten voor digitale leermaterialen lopen op. Waarmee ik overigens niet wil suggereren dat het gaat om een kostenbesparende inzet. De innovatie van het onderwijs is essentieel in dit verhaal.”

Bestuurlijke visie en actie

De maanden voor de zomer heeft de kwartiermaker benut om veel gesprekken te voeren met mensen die zich binnen het hoger onderwijs bezighouden met leermaterialen. De Jong: “Ik wilde gevoel krijgen voor het visiestuk (pdf) en de plannen van de zone Digitale (open) leermaterialen. De conclusie daarvan is geweest dat we niet opnieuw het wiel moeten uitvinden, maar vooral moeten kapitaliseren op hetgeen er al is ontwikkeld.” De zone vraagt nadrukkelijk om bestuurlijk draagvlak en actie om hun ambities verder te brengen. Het stadium van pilots zijn de leden inmiddels wel gepasseerd. Maar voor een volgende fase is er visie van bestuurders nodig, zeggen zij, met onder meer een helder standpunt over (financiële) ruimte en waardering voor het ontwikkelen van leermaterialen.

De kwartiermaker ging ook op zoek naar dwarsverbanden binnen het Versnellingsplan. “De zone Evidence-informed onderwijsinnovatie met ict heeft verstand van het kapitaliseren op beschikbare kennis. De zone Faciliteren en professionaliseren van docenten weet veel over docentprofessionalisering in dit verband. Hoe kunnen we verbindingen organiseren? Zijn er slimme ideeën denkbaar om dit te optimaliseren, wellicht door de aansluiting te verbeteren met bestuurlijke discussies? Het antwoord op deze vragen is dat ik het idee heb dat het kan.” (lacht)

Uitgevers

De markt voor copyright protected leermaterialen bevindt zich op een kantelpunt, waarschuwt het rapport van ResearchNed: niet alleen vindt er een verschuiving plaats van analoge naar digitale leermaterialen, maar ook in het type en het aantal aanbieders met veranderende bedrijfsmodellen. Data-analyse is zo’n nieuwe vorm van dienstverlening. De hoger onderwijsinstellingen hebben nu nauwelijks regie op dit deel van de keten.

In het najaar staan er gesprekken met uitgevers op het programma. Wat verwacht u daarvan?

De Jong: “Zoals ik het zie, zijn we op zoek naar een nieuwe balans. Uitgevers bieden een belangrijke stimulans voor de vernieuwing van het onderwijs door de vormgeving van leermaterialen. Maar voor de kennisinstellingen leeft de vraag die de rector magnificus van de UvA, Karen Maex, nadrukkelijk heeft verwoord bij haar Dies-rede: wat zijn de waarden die wij als onderwijsinstellingen willen borgen? Er moeten goede gesprekken worden gevoerd over de toegankelijkheid van het onderwijs, het kostenvraagstuk, maar ook de veiligheid van de studenten en docenten bij het gebruik van leermaterialen. Wat gebeurt er met data over leerprestaties en personen bij het betreden van platforms die door uitgevers worden ontwikkeld? Laten we met alle betrokken partijen over en weer de verschillen in belangen te erkennen, maar ook een modus vinden om het onderwijs verder te verstevigen.”

Wat heeft u tot dusver het meest verrast?

De Jong: “Dat er al zo veel op de plank ligt. Dat vraagt om aandacht voor communicatie. SURF heeft een mooie stap gezet met de ontwikkeling van edusources, maar ook daar geldt dat we de zichtbaarheid moeten verbeteren. Dat willen we bereiken zonder lopende programma’s binnen instellingen te verstoren en zonder dat het idee ontstaat dat docenten weer aan de bak moeten. Het is juist business as usual.”

Bastiaens: “Er bestaat een verouderd beeld van de docent als een onderwijsgevende, die zijn leerboek openslaat en zijn les opdreunt. Docenten van nu zijn onderwijsmakenden, die met behulp van bronnen uit allerlei kanalen leersituaties scheppen. Docenten vinden het doodnormaal om regisseur te zijn van het leerproces. De volgende stap is dat die bronnen worden gedeeld. Dat is dan inderdaad niet meer dan business as usual.”

Huib: “Dit sluit aan bij het programma van de VSNU, Erkennen en Waarderen. Het zichtbaar maken van het ontwerpende deel van het onderwijs is belangrijk. Binnen de hogescholen is dat eveneens aan de orde, vaak in termen van functiedifferentiatie in het onderwijs. Ik vind het altijd een uitdaging om bestaande dingen te verbinden om versnelling te bewerkstelligen in de transformatieprocessen.”

Wat staat er al in de ‘houtskoolschets’ waaraan u werkt?

De Jong: “We willen het hebben over de positionering van de leermaterialen, de erkenning van het grote belang daarvan en hoe de instellingen er vorm aan willen geven binnen de eigen gelederen: het erkennen en waarderen. Een tweede onderwerp is de openheid van leermaterialen. Hoe gebruiken we edusources als een etalage voor gezamenlijk gebruik? Hoe organiseer je vernieuwing gezamenlijk? En in hoeverre kunnen departementen die vernieuwing op een goede manier faciliteren? Het idee van efficiencywinst in de vernieuwing van het onderwijs wil ik maar even vergeten. Het onderwijs wordt juist intensiever. Daarom is meer regie vanuit de onderwijsinstellingen ook zo belangrijk. Dat vraagt investeringen voor de langere termijn, maar ook om investeringen voor de transformatiefase voor de hogescholen en universiteiten.”

In het visiestuk van de zone Digitale (open) leermaterialen’ staat een voorstel om de kosten voor alle leermaterialen bij instellingen neer te leggen in plaats van bij studenten. Wat vindt u daarvan?

De Jong: “Ik kan nog steeds niet goed overzien in hoeverre het haalbaar is. Digitale leermaterialen zijn duurder dan de leermaterialen van vroeger. Er zal een antwoord moeten worden gegeven op het kostenvraagstuk. Als we die kosten afwentelen op studenten, dan beperken we de toegankelijkheid van het onderwijs. Maar om het zonder meer af te wentelen op de instellingen is niet mogelijk, want dat kunnen ze niet betalen. Misschien is het goed om in een goed gesprek met het departement te kijken hoe dat geregeld kan worden. Nu ga ik alleen nog vriendelijk lachen.” (lacht vriendelijk)

Theo Bastiaens geeft aan dat hij als mede-aanvoerder van het Koersteam benieuwd is naar het eindrapport van de kwartiermaker. “Het zal een groeimodel zijn, dat is zeker. Het is geen kwestie van aan een paar knoppen draaien. We hebben tijd nodig.”

De Jong: “Tijd èn continuïteit. Gooi niet weg wat er is opgebouwd. Ik zou een groot voorstander zijn van een Versnellingsplan 2.0.”

Bastiaens: “Mag ik daar nog prioriteit aan toevoegen? Ook dat is ook weleens anders geweest.”

De Jong: “Daarom is de keuze voor leermaterialen van het Koersteam een belangrijke. Dit is het onderwerp dat het minst zichtbaar is in beleidsdiscussies, terwijl het de kern is van waar het onderwijs om gaat.”

Tekst: Marjolein van Trigt
Afbeelding: Akram Huseyn via Unsplash 

Deel deze pagina

Actueel

Lees hier het laatste nieuws en meer
Terugblik-Toets2daagse
Artikel
Terugblik: dit was de Toets2daagse

Op 6 en 7 december 2022 organiseerde de werkgroep Toetsen op afstand samen met de Special Interest Group Digitaal Toetsen en

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van het Versnellingsplan

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Lees-meer-over-het-Versnellingsplan-Onderwijsinnovatie-met-ICT